Ik heb best een dikke stapel kookboeken (zie foto) en een aantal daarvan gebruik ik wekelijks. Ottolenghi, Julia Child, Jamie Oliver, Ainsley Harriot of het boek Veg, jullie hebben ze allemaal al wel een keer voorbij zien komen op deze plek. Maar er zijn ook boeken die ik zelden tevoorschijn haal. Nu zijn er boeken waarbij dat vanzelfsprekend is, zoals het DDR Kochbuch (en nu ik dit opschrijf, bedenk ik me dat er eigenlijk best wel toffe gerechten in dat boek staan en dat de Duitse keuken het juist in dit seizoen zo leuk doet dus wie weet komt íe de komende periode nog voorbij) maar er zijn ook boeken die mijn negeergedrag helemaal niet verdienen. Neem nou Nigella Lawson. Ze schrijft onbeschaamd en smaakvol over haar gekook en durft gewoon recepten voor Coca Cola Ham en gefrituurde Bounties te delen in een tijd waar je als kok eigenlijk alleen maar goed voor de dag kunt komen als je iets met quinoa doet. Nigella’s recepten zijn stoer, smaken stevig en zijn soms hartverwarmend onverantwoord en ordinair. En laat ik daar nou net van houden.
En zo kwam het dat ik vanmiddag thuis kwam en na vijf minuten weer de deur uit moest om mijn zoons van school op te pikken. Ik stond met mijn jas aan in de keuken en stelde die oeroude, universele vraag: “Wat eten we vandaag, verdomme?!” En ineens was ze daar. Nigella. Ik pakte het boek “Nigella Bijt” en sloeg het boek open bij Thaise Curry met pompoen en zeebanket, krabbelde de ingrediënten op een briefje en kwam een uur later weer thuis met paksoi, zoete aardappel, kip, garnalen, kokosmelk en Thaise gele Currypasta.
En toen kwam ik erachter dat er misschien wel goede reden was voor het verstoffen van Nigella’s boeken. Mijn man keerde zich walgend af van de grote pan met dampend kokosgeluk en de kinderen aten beleefd maar zonder enthousiasme hun bordje leeg. Misschien moet ik toch een keer die gefrituurde Bounties maken om heel mijn gezin tot het Nigella-isme te bekeren. Tot die tijd geniet ik wel in mijn eentje.